We schrijven eind jaren 70, de punk golf lijkt een
beetje voorbij. Hoewel velen beweren dat Punk nooit gestorven is, is het
alleszins wel zo dat rond 1977 het beste er wat af was. In die periode
ontstonden bands die een beetje de variatie van het genre brachten. Nog steeds
wild om zich heen slaan, maar muzikaal veel technisch hoogstaander van aankleding,
om het zo uit te drukken.
Een van de meest bekende was wel Joy Division. In hun kielzog ontstonden
vele andere bands. Eentje sprong heel erg in het oog, Siouxsie and the Banshees (uit te spreken als 'Soezie') en dit was
in grote mate de verdienste van zangeres Siouxsie Sioux die niet alleen door
haar beklijvende stem, maar ook door haar kledij en uitstraling tot de
verbeelding sprak. In de band speelden ook een paar bekende gezichten, zo zat Sid Vicious achter de drums in 1976, en
ook Robert Smith (The Cure) heeft
een tijdje als 'inval gitarist' gespeeld bij Siouxsie and the Banshees.
De groep kwam in het oog bij John Peel en dit heeft
hen geen windeieren gelegd. Ze brachten twee LP's uit en de single Hong Kong Garden, een eerste bescheiden
hit en een zekere doorbraak naar een alternatief publiek toe.
Hun invloed op later meer bekend geworden groepen
binnen het genre was vrij groot, ze hadden niet enkel een vinger in de pap bij
de zogenaamde post-punk, ook in het new wave genre hebben ze hun sporen verdiend.
In de periode 1977-1981 brachten ze pareltjes van albums uit die mogen gezien
worden als post-punk klassiekers, zoals daar zijn Juju (1981) en het magistrale Kaleidoscope
(1980). Het waren ook hun meest succesvolle jaren, ook al bracht het geen enorme
commerciële successen met zich mee in tegenstelling tot bijvoorbeeld The Cure in die periode.
Dat Siouxsie
and the Banshees niet vies zijn van experimenteren bewezen ze in 1982 met Kiss in the Dreamhouse waar hun
psychedelische kant wat boven kwam.
Buiten Siouxsie zelf is de bezetting nooit echt vast
geweest, vele gitaristen passeerden de revue. De meeste aandacht ging dan ook
uit naar de frontvrouw van de band.
In 1996 hielden ze op te bestaan, en richtte Siouxsie
samen met Budgie (Peter Clarke) The
Creatures op. Ook later was Siouxsie solo redelijk succesvol, met de
regelmaat van de klok kwamen nieuwe albums uit. In 2002 gaf Siouxsie and the banshees nog een maal
een concert reeks, naar aanleiding van hun twintigjarig bestaan, dit
resulteerde in The 7 Year Inch.
In juli
2006 tekende Siouxsie een
platencontract met Universal wat resulteerde in de single Into
a Swan en het album Mantaray. We schrijven 2007, hierna volgde een
vrij succesvolle tour die haar o.a. naar AB in Brussel bracht waar ze bewees
nog verre van versleten te zijn, integendeel. Ook enkele festivals volgden,
waaronder Lokerse Feesten.
Hoewel Siouxsie and the banshees net iets
minder bekend zijn bij het grote publiek dan hun generatie genoten The Cure, Sisters of Mercy en zelfs Nick
Cave and the bad seeds hadden en hebben ze nog steeds, een enorme invloed
op latere bands gehad. Artiesten als Jeff
Buckley, Morrisey, Massive Attack en Tricky zijn maar een enkele voorbeelden van bands en artiesten die
beweren door Siouxsie and the Banshees te zijn beïnvloed.
Siouxsie gaf door haar uitstraling en
charisma op het podium en er naast, en door de muzikale omlijsting, het genre
post-punk en new wave mede een gezicht. We zeggen inderdaad niet 'de band' want
eigenlijk was Siouxsie de spil
rondom Siouxsie and the Banshees, hoewel
haar Banshees eigenlijk wel klasse muzikanten mogen genoemd worden. Waarom zij
dan niet zo grote commerciële successen bereikten als bijvoorbeeld The Cure? Dat komt door de eerder
experimentele kant van hun muziek die bij Siouxsie
and the Banshees net iets meer in de verf werd gezet dan bij hun bekende
leeftijdsgenoten. Echt grote tophits hebben ze nooit gescoord, maar de albums
van Siouxsie and the Banshees zijn
een voor een klassiekers geworden die een hele generatie hebben aangesproken,
alleen daarom verdienen ze in de kijker te staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten